Bijzondere zorg
voor welzijn

Basale stimulatie

De mensen die wij begeleiden zijn vaak aangewezen op hun tastzintuigen en bewegingszintuigen en op zeer eenvoudige geluidsprikkels om zich te oriënteren op de wereld. Wij noemen dit de ‘basale weg’. Leieborg is er bijzonder attent op.

Het begrip ‘basale stimulatie’ is 20 jaar oud. In die periode is de klemtoon meer en meer komen te liggen op een attitude, een houding in de toenadering tot de persoon en minder over techniek en materiaal. Wat dit voor de persoon zelf betekent, is mooi verwoord in een verhaal.

Basale stimulatie - een verhaal

Zo Marieke, daar lig je nu, op je rug op het verzorgingskussen. Je benen en je armen open. Met je rechterarm klem je jezelf een beetje vast onder het kussen. Je ogen staan op oneindig. Je lijkt een beetje verloren, precies te weinig houvast.
Ik leg mijn linkerhand op je bekken en maak een korte schommelbeweging. Daarna plaats ik één voor één je voeten bij op het kussen: met mijn rechterhand op je wreef neem ik je voet op, plooi langzaam je been en druk dan je voet in het kussen, zodat je voelt waar je belandt.

Je blik is veranderd. Je vindt het spannend. En nu verder. Ik draai je langzaam weg van mij op je linkerzij. Eerst je knieën en je bekken en ten slotte ook je schoudergordel. Ik probeer het aan boord te leggen dat je kunt volgen wat er gebeurt. Hoe je landt en de druk op je linkerzijde voelt. Hoe je het comfort van de foetushouding in zijlig ervaart en de warme aandacht van mij boven je. Ik ben bijna zeker dat je ook het duister opmerkt, nu je niet meer in het licht kijkt maar naar de muur.

Al die ervaringen komen samen. Je kunt ze op dit moment bijeenbrengen in je beleving. Je vindt het nog steeds spannend, niet te veel niet te weinig. Ik zie het aan je blik. Je kent dit immers. Hoe vaak gaan we nu nog samen keren voor je je pamper aan hebt, je hemdje in je pyjamabroek zit en je vest er mooi over?

Ik zit makkelijk op de vensterbank. Ik kan je goed in me opnemen, Marieke, nu je vlak voor me zit. Ik laat je zachtjes schommelen met mijn voeten op de wielen van je rolstoel. Je hebt het graag. Je bent eigenlijk nog goed wakker zo vlak voor slapenstijd. Het lijkt wel alsof je me wil laten zien wat je allemaal kan: af en toe opkijken, krassen over je tafelplank, smekken, lachen, hoesten, zuchten, je linkerwijsvinger in je slabber draaien en dan in je mond steken, weer een beetje hoesten.

Je lijkt af en toe echt te spelen met de slijmpjes in je keel. Ik sta ervan te kijken hoe actief je bent: allemaal kleine dingen op de grens tussen bewust en onbewust.

Let op Marieke, daar komt Eva, je opvoedster. Ze stopt bij ons en wenst je goeieavond. Je kent haar stem goed. Je gezicht wordt nog klaarder en je houdt je adem in. Je vindt het spannend. Er komt geen vervolg op het groeten. De spanning ebt na een paar seconden weg, je glimlach blijft wat langer.